Gastschrijver Thomas

30 december 2015 - Brooklyn Bridge, New York, Verenigde Staten

Deze week hebben we een gastschrijver, namelijk mijn broer. Hij stelt zich zelf al voor in zijn avontuur dus dat hoef ik niet te doen. :) XXX

De Hereniging

                                                           29-12-2015, New York City

Preface

Om te beginnen, ten eerste, ik heb geen idee wat het Nederlandse woord voor Preface is. Voordelig voor jullie om alvast te wennen aan wat andere woorden die ik ga gebruiken, Bilingual is me aangeleerd en Google Translate is niet beschikbaar. Ten tweede, een mooi bruggetje, omdat we op dit moment naar Tarrytown gaan, heb ik geen wifi dus geen vertaler voor al het moeilijke Engels jargon dat ik op jullie ga gooien. Ten derde, de vorige zin is niet helemaal mooi, dit weet ik, en dat doet me ook niet zo heel veel. Perfectie zit het in het moment, daarom lees ik het ook nooit terug.

Dit wordt gepost op de blog van Daphne, Daphne van der Meer om precies te zijn, of zoals misschien niet vrienden en familie haar kennen, http://www.daphnesavontuur.blogspot.com. Ik ben de oudere broer, dit wordt een klein voorstelrondje, Thomas van der Meer. 19 jaar oud, studerende in Utrecht, wonende in Utrecht en levende in Utrecht. Ik heb de blog van Daphne gevolgt, in het begin dan, en het was wel eens tijd voor wat vernieuwing en afwisseling. Hopelijk doe ik jullie een plezier met een wat verfijnde schrijfstijl, waar de alliteraties, allegories en pleonasmes je om de oren heen vliegen. De laatste is geen stijlfiguur maar dat hadden jullie vast al door.

Brussel

Om te beginnen, s’middags 4 uur op een doordeweekse dinsdag, verhalen we ons op de auto om mijn vader, mijn moeder en mijnzelf naar Brussel te brengen. Na een tijdje te hebben geskyscannerd, vliegtickets.nllen en reisbureau’en is onze keuze gevallen op een KLM vlucht van Brussel airport (BRU) naar John F. Kennedy Airport (JFK). Tot mijn moeders grote spijt, een vlucht uitgevoerd door Delta Airlines, wat betekende dat Wikipedia nog even moest worden afgezocht of er in de recente historie van deze Amerikaanse luchtvaartsmaatschappij een kleine en/of grote vliegramp was voorgevallen. Dit bleek niet het geval, dus we waren ‘good to go´.

In het altijd pittoreske Brussel te zijn gearriveerd, tussen de legervoertuigen, bewapende militairen en het ‘blauw op straat’, lieten we ons door onze plezante navigatiestem leiden naar onze plek om te overnachten. Hier hebben we voor gekozen omdat een vlucht van 10:10 vertrek betekende het bed te verlaten om 04:00 uur in Amersfoort geen optie was. (Drie uur vantevoren aanwezig, twee uur reizen met mogelijk een uur file, een uur opstaan en nog een paar keer de voordeur controleren). We sliepen in l’hôtel des colonies, een plek vol historie, en dat was niet alleen te zien aan de kamers. Volgens een groot glazen plakaat ingegraveerd met een tekst gevuld met een soort zwarte verf was te lezen dat hier in de eerste en tweede wereldoorlog, zowel voor de Duitsers als voor de Engelsen als voor de Fransen dit hotel een strategisch punt was om plannen te beramen voor de volgende gevechtshandelingen. Ik heb Presiden Hollande niet gezien, wat best raar was sinds hij op dit moment in oorlog is met ISIS, IS, De Islamitische Staat of Daesh.

Fast forward naar de volgende dag. Dit bleek me er eentje te worden. Al vroeg in de ochtend te zijn herrezen uit onze slaapstand, die moeilijk te vatten was in het te zachte matras dat van m’n bed afgleed, lieten we ons begeven naar Brussel Airport (BRU). Een frisse ochtenwandeling tussen alle uitlaatgassen van de voorbijparaderende auto’s die net zoals wij, sukkels, een te vroege vlucht hadden richting een ander vliegveld ver weg, of dichtbij. Het inchecken ging fenomenaal. Na een veels te nieuwsgierige vrouw antwoord te hebben gegeven op allemaal vragen die haar helemaal niks aangingen, mochten we onze koffers op de band zetten die zich zouden verplaatsen naar het desbetreffende gatekarretje. Daar zouden ze zich ophouden en pauzeren, totdat het vliegtuig netjes is opgeruimd en klaargemaakt voor de volgende vlucht, al volgens in te worden geladen, wachten totdat de klep weer opengaat. Terug naar de incheckmevrouw, die moeilijk ging doen omdat een ESTA-aanvraag niet was goedgekeurd, van mijn moeder, in stressstandje zes op dat moment, op een schaal van een tot acht, omdat een O een 0 moest zijn. Of een 0 een o, of andersom. Mijn fout, dat moet ik eerlijk toegeven. Het liefst zou ik nu een foto van mijn moeders paspoort hier op de blog zetten, om mijn onschuld voor eens en voor altijd te bewijzen, maar om privacy redenen en gekke mensen op het internet doe ik dat niet. Ik ben niet achterlijk.

We (ik) heb(ben) het weer opgelost door op een onhandige computer een nieuwe aanvraag te doen. Dit werd snel verwerkt waardoor we eindelijk ons van onze onhandig zware en lompe koffers konden ontdoen. Onze tijdswinst van extra vroeg opstaan die ochtend waren we helemaal verloren gegaan en de mensenrij voor de paspoortcontrole begon zicht aan te dikken. Een Kutmevrouw, mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen omdat dit mijn gastgeschreven blog is, liep weer moeilijk te doen precies voor ons waardoor alles lang duurde. Om even een insight te geven,  vijf minuten discusseren met de marechaussee, supervisors en rest van het boeltje dat er bij moest worden gehaald werd ze uiteindelijk weggestuurd omdat ze nog in moest checken. Eindelijk konden wij onze weg vervolgen naar Daphne, die nog lekker lag te slapen in haar stapelbed in Lugari Building, Tarry Town.

De Overgang

Nee, ik ga het nu niet hebben over de moeilijke tijd die elke vrouw een keer tegenkomt. De tegenhanger van de Mid-life crisis die elke man raakt als een het rennen tegen een net iets te laaghangend bord. Of een klapdeur die precies opengaat als je eraan wilt trekken. Of een... Laat maar, volgens mij is het punt wel duidelijk. Dit gaat over de overgang van Brussel naar New York. In het vliegtuig te hebben plaatsgenomen naast mijn moeder, en aan haar andere zijde mijn vader, beginnen we met checken van de stewardessen. Zoals verwacht, allemaal oude taarten. Grapje. Not ‘a target-rich environment here Goose.’

Maverick en Goose de Top Gun Academy zien Acen in het vliegtuig, nostalgisch en lekker makkelijk. Dat heb je nodig op zo’n lange vlucht. Net zoals Minions, een film over die rare gele poppetjes waar niemand de hype van snapt behalve de kinderen. Zal wel aan de generatiekloof liggen. Ik word (hopelijk) oud. Voor mij was het hoogtepunt het Universal Studios intro in het Minionese. Ik bedenk het niet. Misschien voelt het zo als je nog maar 20% van je gehoor over hebt.

Landen was weer een dingetje. Wat wind, lichte crosslanding, iets te snel afgedaald en een stugge touchdown. Ik geef het een magere zeven alleen maar door de moeilijkheidsgraad. Gelukkig zijn er altijd van die lieve mensen die dan een mooi applausje geven aan de piloten. Ik was slechts quasi-teleurgesteld.

Het vliegtuig uitkomen duurt altijd even, maar gelukkig is JFK zo gerouted dat we er weer een stevige wandeling van ongeveer een kilometertje er tegen aan mogen gooien. Correctie, ¾ of a mile. We zijn nu op Amerikaans grondgebied dus ik kan beter zo snel mogelijk wennen aan een andere metrisch systeem. Het wennen mocht gelijk worden getest bij de laatste douanecontrole. Het was oprecht een lieve mevrouw die me een fijne tijd toewenste in Amerika, de eerste aardige New Yorker die ik ben tegengekomen. Koffertjes van de band gefetched en onze eerste openbaar vervoeravontuur tegemoet.

New York

Op dit moment al zeker een uur of twaal á dertien onderweg. Still going strong. Maar de eerste haarscheurtjes beginnen zich te vormen in onze sterke muur van vertrouwen en familieband als er niet gepint kan worden. Er wordt even lekker op elkaar gefit, boze blikken uitgewisseld en een snauw of twee totdat superman (Thomas) to the rescue komt. Blijkbaar is het niet mogelijk om in een keer stufi plus Max bijlenen uit de machine te trekken.

We springen op de airtrain richting Howard Beach, waar we even kunnen bijkomen voordat we de metro ingaan. Zo goed mogelijk de route uit te hebben gestippeld blijkt zich uit te betalen in een goed geoliede machine van Thomas voorop en ouders volgende. Het lijkt ons beter om het laatste stukje Brooklyn te doen met de taxi. Het is takkiesweer, een mix van honden- en takkenweer. Real Deal dus. De straat afspeurend voor een Yellow Cab laat ons moedeloos achter, schuilend onder een lek afdakje van het plaatselijke supermarktje. Daar kwam ie, onze redding uit de regionen van Paki- Afgani- of Oezbekistan. Met een groen kleurtje dit keer. Gele zijn voor Manhattan, Brooklyn moet het doen met groene. Die laatste zin gaat over de taxi, niet over de man. Alle drie zijn we ronduit content met een taxirit naar onze bestemming. Jammer genoeg is onze taxichauffeur te dom om te poepen en weet hij niet het verschil tussen 500 en vijf. Om dit in perspectief te stellen, en het niet helemaal uit te tellen hoeveel straten dit verschilt, ik gok een straatje of 20.

Op naar taxi twee, een man van rond de 40 uit India. Deze weet van wanten en je merkt gelijk dat Engels zijn moedertaal is. Het Britse rijk heeft ze goed opgevoed. Grapje. Eindelijk komen we aan op de plek van bestemming en begint het echte avontuur. Het ervaren van New York City, the city that never sleeps, het bezoeken van alle grote en niet zo grote toeristische trekpleisters. Brooklyn Bridge, Rockefeller Center, The High Line, Fifth Avenue, en de hele mikmak. Een hele aardige New Yorker laat ons naar binnen. Ik check nog even op mijn telefoon. 5th floor. We lopen door het op een oude fabriek lijkende gebouw heen, een zware houten deur door en kijken op de nummerplaatjes op de muren. Ahh hier moet het zijn. We kloppen op de deur, want er was geen bel, terwijl we zachtjes kerstmuziek vanuit het appartement horen komen. Er staat iemand op en horen de voetstappen met een lichte tred naderen. De deur gaat met een vlaag open en….

Dit was deel I van het driedelige verhaal. Ik hoop dat ik jullie kan interesseren om de volgende en het laatste deel te lezen. Ze worden zo snel mogelijk geplaatst. Dreigen heeft geen zin, omkoping in de vorm van geld wel.

Met vriendelijke groet,

Thomas van der Meer